
Blik op de tentoonstelling: Doppelganger van Hans Demeulenaere
Vanaf maart 2022 ondergaat het stadspaleis een grondige restauratie. De vaste opstelling is op dit moment niet toegankelijk. Lees meer over de restauratie.
Hilde Borgermans bezocht de tentoonstelling van Hans Demeulenaere in De Garage.
Een solotentoonstelling voor Hans Demeulenaere resulteert vaak in het uitnodigen van andere kunstenaars. Op die manier legt Demeulenaere de kern van zijn praktijk bloot, die onlosmakelijk met samenwerkingen verbonden is. In zijn individuele praktijk focust de kunstenaar op het overnemen van (veeleer) modernistische vormen, die hij kopieert, spiegelt en verdubbelt. Het gegeven van deze overname verlengt hij door de krachten te bundelen met kunstenaars met wie hij een artistiek verwantschap ervaart.
Voor Doppelganger nodigde hij Raffaella Crispino, Emi Kodama, Ine Meganck, Leroy Meyer, Samyra Moumouh, Marc Nagtzaam, Bas van den Hurk, Jochem van Laarhoven, Kris Van Dessel, Dimitri Vangrunderbeek, Klaas Vanhee en Karel Verhoeven uit. De idee van de dubbelganger handelt over het feit dat de kunstenaar de positie inneemt van de ‘ander’. De ‘ander’ reflecteert vervolgens ook over de ‘ene’ en er ontstaat een verdubbeling. Het auteurschap van het ‘nieuwe’ wordt op die manier op een helling geplaatst, want hoe origineel kan een beeld dan nog zijn, en hoeveel belang hecht de kunstenaar nog aan het ‘individuele’?
Afhankelijk van hoe u de tentoonstelling binnenkomt, wordt u vrijwel meteen geconfronteerd met The Essential And Many More. Het werk van Klaas Vanhee, Karel Verhoeven en Hans Demeulenaere (samen het collectief And Many More) is onder meer het resultaat van de vraag: “Hoe geef je materieel vorm aan een rockband? ”. Een schijnbaar ludiek en (kwa-)jongensachtig uitgangspunt. De installatie is echter doordacht en reflectief, want het resultaat van meerdere artistieke stemmen. De verbinding van licht, geluid en beeld bootst een live-experience na, maar heeft door zijn geconstrueerde en complexe karakter meer weg van een (loop) recording.
In de aanpalende ruimte plaatste Demeulenaere lukraak enkele modellen van krukjes (naar Donald Judd), die de bezoeker begeleiden naar een video, een samenwerking met Raffaella Crispino. I would love to be a painter toont de observatie van een koppel dat in gebarentaal communiceert. Crispino dacht initieel met Demeulenaere’s hulp hun gesprek te kunnen achterhalen. Toen dit vrijwel onmogelijk bleek, voegden de kunstenaars hun eigen mijmeringen over het kunstenaarschap toe.
Verder in de tentoonstelling zien we twee dia-projectoren die elk afzonderlijk beelden tonen uit het archief van beide kunstenaars (The Story of an Artist, and Another Artist). Toen bij hun ontmoeting bleek dat zij in hun Engels bepaalde terminologieën anders gebruikten, en hierdoor de communicatie soms stokte, besloten ze op beeld over te gaan. Het werk toont tevens hoe inwisselbaar dit beeld soms kan zijn.
De reeks Kotatsu is ontstaan aan de hand van teksten van Emi Kodama, (jeugd-)verhalen die zich meestal rond een tafel afspeelden. Demeulenaere tekende enkele ontwerpen van Kotatsu-tafels en Ine Meganck zorgde als vormgever voor de samensmelting, resulterend in een reeks prints, waarbij de kleurenbepaling gebeurde door middel van de Japanse kleurenleer.
Demeulenaere’s fascinatie met de modernistische beeldtaal manifesteert zich duidelijk in de twee interpretaties van het postmodernisme volgens Shiro Kuramata en Nils Holger Moormann. Samen met Samyra Mouhmouh bouwde hij twee modellen na om aan te tonen dat een stoel zelf een ruimte kan worden door deze als een bibliotheek, of opslagplaats voor te stellen. De edities die zij met Leroy Meyer vervaardigden, benadrukken de invulling van deze gecreëerde ruimtes.
Centraal in de ruimte staan een reeks kamerschermen. Een samenwerking met Marc Nagtzaam, waarbij ieder paneel een soort mini-tentoonstelling vormt. De kunstenaars ontlenen zowel individuele elementen van sculpturen en tekeningen aan deze installatie, als dat ze nieuwe ingrepen doen om de ruimtelijke aspecten in elkanders werk te ontrafelen of te versterken.
Het principe van de dubbelganger komt bijzonder goed tot uiting in de opstelling Spatial Gestures van Dimitri Vangrunderbeek en Hans Demeulenaere. We zien hier bijna letterlijk een verdubbeling. Beide kunstenaars bouwden een sokkel volgens het Louie matensysteem, toegepast door Paul Robbrecht (gebaseerd op de getallen 3, 5 en 7). Vangrunderbeek plaatste op de sokkel een model naar een ontwerp van Gerrit Rietveld en Demeulenaere een naar een ontwerp van Enzo Mari.
Bij de installatie met Bas van den Hurk en Jochem van Laarhoven trad Demeulenaere bijna letterlijk op als curator waarbij hij een muur voorzag voor deze kunstenaars om vrij spel op te krijgen. Doorheen de tentoonstelling zijn er speldenprikken te zien van individueel werk van Demeulenaere, alsook edities die hij doorheen de jaren maakte met deze groep kunstenaars. Met Kris Van Dessel ruilde hij werk en laserde de drie titels uit op een plexiplaatje. Het resultaat is een summiere aanwezigheid in de hele tentoonstelling, maar toont ook een cruciale bouwsteen: een conversatie tussen kunstenaars. Gesprekken in beeld.
tekst: Hilde Borgermans
geschreven voor de tentoonstelling Doppelganger in De Garage