
Calvarie
Museum Hof van Busleyden is op dit moment gesloten voor restauratie. In de lente van 2024 heropent het museum met een hernieuwde vaste opstelling en de tentoonstelling Ridders van het Gulden Vlies . Blijf op de hoogte van het museumaanbod.
Anoniem, Calvarie
Albast (gesneden), ca. 1600-1625 (inv.nr. B/115)
Albasten reliëfs zijn een typisch voortbrengsel van de Mechelse kunstnijverheid. Tussen de jaren 1560 en 1630 was de Dijlestad zelfs een van de belangrijkste Europese centra voor de vervaardiging van dergelijke kleinoden. De voorstellingen waren meestal bijbels: Lot en zijn dochters, het Oordeel van Salomon, de Aanbidding van de Herders of de Drie Koningen, of het Laatste Avondmaal. Het prachtige reliëf met de voorstelling van de kruisiging van Christus dat we hier voorstellen is aanleiding om eens wat dieper in te gaan op dit product van de Mechelse “cleynsteeckers”.
Hoewel het reliëf ernstige beschadigingen vertoont, gevolg van de kwetsbaarheid kenmerkend voor de zachte steensoort die albast is, laat het tevens zien hoe gedetailleerd de onbekende kunstenaar hier tewerk is gegaan. Linksonder zien we hoe Maria op de been moet worden gehouden door, links van haar, Johannes en aan haar rechterzijde een rijk uitgedoste Maria Magdalena. De vrouw achter haar is wellicht Maria Cleophas, de zus van Jozef die bij dit gebeuren niet aanwezig was. Rechtsonder dobbelen de Romeinse soldaten om de kleren van de gekruisigde Christus. In het midden zien we drie Romeinse legeraanvoerders te paard. De middelste is Longinus die op het punt staat om met zijn lans Jezus’ zijde te doorboren. In zijn rechterhand houdt hij mogelijk de schaal waarin het bloed van Christus wordt opgevangen, de in de Middeleeuwen zo beroemde graal. De gezichten van de gehangenen ter weerszijden laten duidelijk zien welk van hen de “goede” moordenaar is.
Scènes uit het Oude en het Nieuwe Testament gaven de eigenaars van deze tafereeltjes de gelegenheid om zich thuis even in devote meditatie af te zonderen. We gaan er althans van uit dat het voor de gewone ambachtsman financieel haalbaar was om een albasten reliëf te kopen. Een schilderij of een gepolychromeerd beeldhouwwerk was stukken duurder. De reliëfs waren meestal op houten paneeltjes geplakt en voorzien van een papier-maché kader. Als gevolg van het krimpen en zwellen van de houten dragers barstte het albast vaak. De afmetingen van deze reliëfs waren vrijwel steeds gelijk: 12 x 10 cm. (Zie B/101.) Grotere reliëfs, zoals deze Calvarie die 34,5 x 24 cm meet, waren duurder en kunnen ook van een oudere datum zijn, voorafgaand aan de massaproductie van albasten reliëfs die rond 1560 op gang kwam.
Dat juist in Mechelen het snijden van albast tot een hoogtepunt kwam is geen toeval. Binnen de ambachtelijke organisatie van de stad vormden zij samen met de houtbewerkers het gilde van de “cleynsteeckers”. Albast is, zoals gezegd, een betrekkelijk zacht materiaal dat evenals veel houtsoorten met een mes gemakkelijk kan worden bewerkt. De kennis die de makers van de befaamde poupées de Malines sinds de vijftiende eeuw hadden verworven, kon binnen dit gilde eenvoudig worden doorgesluisd naar de albastsnijders.
Mechelse albastsnijders hadden in de figuur van Jan Mone (ca. 1480-1554) een beroemd voorbeeld en voorganger. Geboren in Frankrijk, woonde hij sinds 1524 in Mechelen. Hij sculpteerde diverse indrukwekkende grafmonumenten en, in opdracht van Karel V, een dubbelportret van de keizer met zijn echtgenote Isabella van Portugal. Ook vervaardigde hij huisretabels voor de meer gefortuneerde tijdgenoot. Deze werden in veel gevallen ingewerkt in een rijk verguld kader. (Zie B/105.)
In 2011 verwierf de stad Mechelen een rijk uitgedost albasten retabel gezet in een prachtige lijst. Maar helaas is het niet volledig. Doorgaans bevindt zich boven het postament (het deel boven de twee zuiltjes en het reliëf) namelijk nog een fraai gesculpteerde bekroning. De omlijsting met zijn mythologische motieven lijkt op het eerste gezicht merkwaardig maar is kenmerkend voor de Florisstijl, genoemd naar de Antwerpse architect en kunstenaars Cornelis Floris de Vriendt (ca. 1513-1575), waarin het geheel is uitgevoerd. Florale ornamenten, fabeldieren en putti zijn erop afgebeeld met links en rechts van het reliëf gecanneleerde zuiltjes. Deze laatste zijn opnieuw uitgevoerd in albast.
Albasten reliëfs uit Mechelen tref je over heel Europa, en zelfs ver daarbuiten, in tal van musea aan. Naast goudleer, kant, poupées de Malines en bronzen vijzels was het een van de meeste gevraagde voortbrengsels van de kunstnijverheid in onze stad. Zij zijn de levende getuigen van een tijd waarin hooggeschoolde ambachtslieden hun kunnen aan de wereld openbaarden zonder dat daar grote namen van kunstenaars aan gehecht moesten worden.
Meer lezen?
Desire. Contrasten in albast, tentoonstelling Stedelijke Musea Mechelen, Erfgoedcentrum Lamot, 2007-12-08 t/m 2008-03-09.
BES DE BERC, G. Sculptures d'albâtre de Malines, Paris, 2002.
JANSEN, A., “Mechelse albasten”, in: Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen 68 (1964), blz. 111-191.